agenten schoten terecht in Fazantstraat Rotterdam

Rotterdam – De drie agenten die waren betrokken bij het dodelijk schietincident op de Fazantstraat in Rotterdam op 7 april maakten een terechte keus toen zij hun vuurwapen gebruikten. Ondanks diverse waarschuwingen en waarschuwingsschoten bleef de 29-jarige Rotterdammer die uiteindelijk dodelijk werd geraakt, al zwaaiend met een soort tomahawk weglopen. Om eventuele slachtoffers te voorkomen, moest hij tot stoppen gebracht worden. Het gebruik van de vuurwapens voldoet daarmee aan de daarvoor gestelde regels.

Dat heeft het Openbaar Ministerie in Rotterdam geconcludeerd op basis van een door de Rijksrecherche ingesteld onderzoek. De bevindingen zijn donderdag aan de betrokken agenten en de familie van de dode man bekendgemaakt. De Rijksrecherche heeft onder leiding van een officier van justitie de afgelopen weken vele getuigen gehoord. Er is verder forensisch onderzoek gedaan en er is sectie op het lichaam van de man verricht.

Uit het onderzoek komt naar voren dat het incident begon toen de man door twee medewerkers van Stadsbeheer werd aangesproken op het feit dat zijn honden los liepen. De man was daar al vaker op aangesproken. De stadswachten vroegen hem een ID-bewijs te tonen maar dat had hij niet. Ze hielden hem aan, waarna hij zich verbaal en fysiek agressief opstelde in de richting van de twee vrouwen. Een van hen kwam daardoor op de grond terecht. De stadswachten vroegen om spoedassistentie van de politie.

Ondertussen raakten enkele omstanders betrokken bij het incident. Een van hen trachtte de 29-jarige man te kalmeren en een andere man sloeg hem. Daarop liepen de mannen weg. Direct daarna arriveerde de eerste agent ter plaatse. Deze man was in burgerkleding met collega’s in de buurt aan het werk. Hij zag nog juist de 29-jarige zijn woning binnengaan en sprak daarop met de twee medewerkers van Stadsbeheer. Op dat moment kwam de man weer uit zijn woning, met de tomahawk. Met het wapen liep hij in de richting van de politieman, de medewerkers van Stadsbeheer, en andere mensen op straat. De politieman sprak hem meerdere keren aan en toen de man niet reageerde trok hij zijn vuurwapen. De man rende weg de tuinen achter de woningen in. De politieman rende achter hem aan omdat hij bang was dat er slachtoffers zouden vallen.

Op dat moment arriveerden de andere twee agenten die hun collega achter de man aan zagen rennen. Zij losten nog waarschuwingsschoten, en een van hen schoot uiteindelijk ook gericht op de wegrennende man. De als eerste aangekomen agent schoot ook gericht om de man tot staan te brengen, eerst op zijn benen, daarna op zijn lichaam. De man werd uiteindelijk geraakt door twee kogels. Hij overleed ter plaatse. Uit de sectie is gebleken dat hij onder invloed van alcohol verkeerde.

De politie mag het vuurwapen gebruiken om iemand aan te houden en als er dreigen slachtoffers te vallen. Daarbij beoordeelt het OM onder andere of die dreiging er was, en of er andere mogelijkheden waren om iemand tot staan te brengen of het gevaar af te wenden. De officier van justitie komt voor wat betreft het incident in de Fazantstraat tot de conclusie dat de politiemensen terecht gebruikt hebben gemaakt van hun vuurwapen om te voorkomen dat de 29-jarige iemand iets aan zou doen.

De officier heeft dan ook besloten niet tot vervolging van de agenten over te gaan. De familie van de overleden man kan deze beslissing aanvechten bij het gerechtshof in Den Haag.

Foto’s om & Kevin Schenk & Dennis Vervoorn